Verpleegkundigen kunnen palliatieve behoeften bij patiënten met hartfalen eerder herkennen met het hulpmiddel i-Harp, een tool die werd ontwikkeld door de Universiteit Maastricht, het Maastricht Universitair Medisch Centrum+, het Radboud UMC in Nijmegen en patiëntenvereniging Harteraad. Het bevat signaleringsvragen, suggesties om door te vragen en advies voor zorg bij specifieke behoeften. Er is ook een e-learning.|Verpleegkundigen kunnen palliatieve behoeften bij patiënten met hartfalen eerder herkennen met het hulpmiddel i-Harp, een tool die werd ontwikkeld door de Universiteit Maastricht, het Maastricht Universitair Medisch Centrum+, het Radboud UMC in Nijmegen en patiëntenvereniging Harteraad. Het bevat signaleringsvragen, suggesties om door te vragen en advies voor zorg bij specifieke behoeften. Er is ook een e-learning.
i-Harp is te gebruiken voor iedere patiënt met gevorderd hartfalen (NYHA klasse III of IV). Het hulpmiddel bestaat uit 3 delen: signaleren, doorvragen en richting geven. Hieronder werken we 2 voorbeelden uit.
Signaleren
Voorbeelden van de 13 signaleringsvragen zijn ‘Veel mensen met hartfalen ervaren psychische klachten. Heeft u dat ook?’ en ‘Wilt u met uw arts praten over de behandeling en zorg die u wilt als u verder achteruit gaat?’. Elke vraag heeft een eigen kleur, die weer terugkomt bij de suggesties om door te vragen en adviezen om richting te geven aan de zorg.
Doorvragen
Bij de vraag over psychische klachten zijn dit suggesties om door te vragen:
- Heeft u last van somberheid, spanning, piekeren of eenzaamheid?
- Bent u snel angstig door het hartfalen?
- Denkt u veel na over het hartfalen?
En om wensen over behandeling en zorg als de patiënt verder achteruitgaat te bespreken:
- Wat zou u graag willen bespreken?
- Wilt u meer weten over welke zorg u kunt krijgen als u achteruit gaat?
- Heeft u een wilsverklaring?
Richting geven
Om aan te sluiten bij behoeften die naar boven komen staan in i-Harp praktische adviezen en verwijzingen naar richtlijnen. Bij psychische klachten is een psycholoog, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger inschakelen mogelijk zinvol. Voor die afweging is het document ‘Wanneer schakel ik aanvullende ondersteuning in?’ een handige leidraad.
Wil de patiënt inderdaad praten over aanvullende zorg, overweeg dan een gesprek over advance care planning. In de richtlijn Palliatieve zorg bij hartfalen zit een paragraaf over advance care planning. Voor patiënten met vragen over een ICD is de patiëntenfolder behorende bij de richtlijn ICD/pacemaker in de laatste levensfase mogelijk een uitkomst.
E-learning
i-Harp is gratis te downloaden, ook in een Engelstalige versie. Om i-Harp te leren gebruiken kunnen verpleegkundigen een gratis e-learning volgen die ongeveer 30 minuten duurt.
Projectgroep
i-Harp is ontwikkeld door de Universiteit Maastricht, het Maastricht Universitair Medisch Centrum+, het Radboud UMC in Nijmegen en patiëntenvereniging Harteraad. De projectgroep sprak met patiënten, naasten en zorgverleners. Ook deed ze literatuuronderzoek naar bestaande instrumenten om palliatieve zorgbehoeften bij gevorderd hartfalen te herkennen.